Het einde van de 16de eeuw was de periode van de Spaanse bezetting. Filips II van Spanje, zoon van Keizer Karel V, voerde eigenzinnige kerkhervormingen door, waarop in 1568 de Tachtigjarige Oorlog uitbrak en onze streek werd bezet door de Spanjaarden. Het verzet tegen de aanwezigheid van de Spaanse troepen in onze contreien werd aangevuurd door van Willem van Oranje.
Na de slag van Vissenaken op 14 september 1576 bleef Bunsbeek verscheidene jaren nagenoeg onbewoond. In 1599 waren er nog slechts 32 bewoonde huizen. In 1605 werd het dorp opnieuw geplunderd. In 1639 stierven in Bunsbeek 50 personen aan een besmettelijke ziekte,waarschijnlijk de pest of dysenterie. Ook Kapellen was in 1592 totaal onbewoond ten gevolge van de Tachtigjarige Oorlog.
Einde 1620 raakten bewoners van Glabbeek, Zuurbemde en Kapellen slaags met Spaanse ruiters die in Zuurbemde gelegerd waren, en die zich, naar verluidt, hadden misdragen.
De naam Ruiterijweg houdt waarschijnlijk verband met de belegering door Spaanse ruiters. Dit gedeelte van Zuurbemde bij de Velpe noemt men door overlevering nog altijd de Ruiterij.
De meeste kerken in onze dorpen waren in deze periode afhankelijk van de Norbertijnenabdij van Opheyllissem. Leden van de orde van de Norbertijnen worden ook wel witheren of witte pastoors genoemd, naar het witte habijt dat zij dragen. Zij bedienden vele parochies in de omgeving van de abdij. Het gebed en het gemeenschapsleven in de parochies stonden centraal.
Onze gemeente had in de 17de eeuw met ridder Leon-Jean de Pape een vooraanstaande inwoner. De Pape, een beroemd rechtsgeleerde, werd geboren in 1610 en bekwam de feodale rechtsmacht over Glabbeek en Zuurbemde op 6 november 1680. Hij was stadsadvocaat van Brussel, afgevaardigde van de Staten van Brabant, raadsman voor de Zuidelijke Nederlanden te Madrid en lid van de Staatsraad te Brussel. Hij werd verscheidene malen met diplomatieke zendingen belast. Hij ontving de ridderslag op 1 december 1665 en stierf op 8 oktober 1685.
De volgende periode, met de Spaanse en Oostenrijkse successieoorlogen, liet in Glabbeek weinig of geen tastbare sporen achter. Wel had de streek te leiden onder het oorlogsgeweld. In 1705 werden Bunsbeek en zijn omgeving geplunderd door de troepen van de hertog van Marlborough, hier bekend als “Malbroek“. Er kwam pas rust na de “ Vrede van Aken “ (18 oktober 1748), die duurde tot de inval der Franse Republikeinse legers in 1793.
De dorpen Bunsbeek, Sint-Margriete-Houtem en Sint-Martens-Vissenaken hoorden samen tot op 14 september 1796 onder het Franse bewind de voormalige heerlijkheden werden afgeschaft en de dorpen werden gescheiden.
Glabbeekse getuigen uit de Spaanse Tijd
Sacramentstoren Zuurbemde
Een zeer waardevol kerkelijk monument dat dateert van net voor hetuitbreken van de Tachtigjarige Oorlog is de sacramentstoren in de Sint-Catharinakerk van Zuurbemde. Deze sacramentstoren is circa 7,15 m hoog en werd vervaardigd uit het zachte Avesneskrijt uit Noord-Frankrijk. De toren telt vijf verdiepingen en bestaat uit meer dan 100 architecturale onderdelen. De sacramentstoren is van een zuiver renaissancetype, maar dan wel in een on-ltaliaanse, Noord-Europese versie. In gotisch schrift staat op de voet van de toren: “Anno MDLV” (1555).
Het gaat hier om de eerste sacramentstoren die rechtstreeks in verband kan worden gebracht met Cornelis ll Floris de Vriendt, na diens meesterwerk te Zoutleeuw (1549-1552). De sacramentstoren van Zuurbemde vormde waarschijnlijk het prototype van de verdwenen sacramentstoren uit het voormalige Celestijnenklooster te Heverlee, een werk waarvan belangrijke fragmenten worden bewaard in het Leuvense museum M. Tot op heden is het een raadsel hoe een kleine dorpsgemeenschap van een paar honderd inwoners dit kunstwerk kon verwerven.
Kapel op de Heinkensberg
De Spaanse generaal Don Dionysius Vicca, geboren te Cadix (Costa de la Luz, Zuid-Spanje), bouwde omstreeks 1572 - 1573 de kapel op de Heinkensberg7 te Wever als dankbetuiging nadat hij als legeraanvoerder van Alva een overwinning behaald had op één van de Iegers van Willem van Oranje. De kapel op de Heinkensberg is toegewijd aan O.-L.-Vrouw‚ Troosteres der Bedrukten. Oorspronkelijk ging het om een eenvoudige nis met een perenhouten Mariabeeld dat er door generaal Vicca zou zijn aangebracht.
Don Dionysius overleed hier in het koude noorden te Attenrode in 1584, en werd in de toenmalige kerk begraven voor het altaar. Het graf werd opgebroken tijdens de bouw van de nieuwe kerk. De koperen gedenkplaat van 35 bij 35 cm, die later in de kerk van Attenrode werd aangebracht, hangt nu achteraan in de kapel van de Heinkensberg.
De kapel werd in de loop der tijd meermaals vergroot. In 1922 werd er een koor aangebouwd ter gelegenheid van de viering van de 3503te verjaardag van de kapel. In 1966 werd de vervallen kapel heropgebouwd onder pater-pastoor Savonet, volgens plannen van architect Hazebroeck uit Kortrijk . Het gedeelte rond het 0.-L.-Vrouwbeeld werd verfraaid. Het werk werd door plaatselijke vaklui gratis uitgevoerd, en de dakpannen werden kosteloos geleverd. Een gedenksteen van de vermelde oude kerk is zoekgeraakt. Jaarlijks op 15 augustus om 15 uur gaat er een processie met o.a. het beeldje van de kerk van Wever naar de kapel en terug.
Barokkapel Attenrode
Eén van de oudste en best bewaarde gebouwen in onze gemeente is de barokkapel naast het kasteel in deelgemeente Attenrode. De kapel dateert uit 1648, het jaar waarin met de Vrede van Münster de Tachtigjarige Oorlog officieel werd beëindigd. In 2016 werd de kapel door baron de l’EscailIe geschonken aan de gemeente en het gemeentebestuur trok de nodige budgetten uit om de kapel en het barokke altaar grondig te renoveren. Op 25 juli 2016 werd de gerenoveerde kapel ingehuldigd.
Ridder Leon-Jean de Pape
Ridder Leon-Jean de Pape werd geboren in 1610. Hij bekwam de feodale rechtsmacht over Glabbeek en Zuurbemde op 6 november 1680. Van enig verblijf of persoonlijk bezit in het dorp zijn er geen sporen te vinden.
In de 17de-eeuwse Spaanse Nederlanden was De Pape een beroemd rechtsgeleerde. Hij was eerst pensionaris of stadsadvocaat van Brussel en in die hoedanigheid afgevaardigde van de Staten van Brabant. Later werd hij raadsman van Brabant en fiscale advocaat van het Hertogdom. Daarna werd hij lid van de Raad van State en raadsman voor de Zuidelijke Nederlanden te Madrid, en in 1671 lid van de Staatsraad te Brussel en voorzitter van de privéraad. Zijn kenspreuk was “Anima regni justitia“ of “Het recht is de ziel van de Staat“.
Hij werd verscheidene malen met diplomatieke zendingen belast en verdedigde met brio de rechten van Karel II van Spanje tegen de ongegronde aanspraken van de Franse koning op het bezit der Nederlanden. Hij publiceerde een verhandeling over de “Blijde Intrede van Brabant“, die later dikwijls als basis dienstdeed voor de kennis van de vrijheden van het Hertogdom. Hij ontving de ridderslag op 1 december 1665 en stierf op 8 oktober 1685.