1940-1945
De Achtiendaagse Veldtocht
In totaal telde het Belgische leger bij het uitbreken van WO II ongeveer 600.000 manschappen. Duitsland had op 10 mei 1940 maar liefst 6.050.000 man onder de wapens. De Achtiendaagse Veldtocht van het Belgische leger ging van start vanaf de inval door het Duitse leger in ons land op 10 mei 1940 tot de capitulatie van het Belgisch leger op 28 mei 1940. In de kazerne in Tienen was het 15de regiment veldartillerie gekazerneerd waar verschillende jonge mannen uit ons dorp deel van uit maakten (foto).
Soldaten van bij ons tijdens WO II
Soldaat Henri Adolf Veuchelen (22 j) uit Attenrode-Wever (foto 2) en soldaat Raymond Bruyninckx uit Bunsbeek (foto 3) maakte deel uit van het 15de regiment veldartillerie. Henri Veuchelen, zijn twee broers en Raymond Bruyninckx werden op de vierde dag van de oorlog krijgsgevangen genomen en opgesloten in de Citadel van Luik. Tijdens bombardementen op 14 mei 1940 kwam Henri Veuchelen om het leven en Raymond Bruyninckx werd zwaar gewond.
Ook soldaat Hendrik Vandermeulen (33 j) uit Bunsbeek (foto 6) sneuvelde op 14 mei 1940. Hij is omgekomen tijdens een luchtbombardement op zijn konvooi in Wanfereu-Banley en werd begraven (foto 7) op het kerkhof van Maubeuge (Frankrijk)
Soldaat Celestin Degeest (22 j) uit Glabbeek-Zuurbemde (foto 4) van het 3de smaldeel van de Belgische luchtmacht sneuvelde op 10 mei 1940 tijdens het bombardement van het militair vliegveld van Goetsenhoven.
Felix Vandermeulen uit Bunsbeek (foto 5) was de broer van Hendrik en werd krijgsgevangen genomen van 28 mei 1940 tot 23 januari 1941.
Aan de kapel in het Bunsbeekse gehucht Boeslinter verzamelde het 11de Regiment van het Belgisch leger tijdens de mobilisatie net voor de Tweede Wereldoorlog uitbrak. In datzelfde Boeslinter was er tijdens deTweede Wereldoorlog met de Witte Brigade een verzetsgroep actief. De bijgaande foto van weerstanders van de Witte Brigade werd genomen in Boeslinter in het huis van Henri Lijcops (‘Henkes’).
In deze woning kwam de Witte Brigade steeds samen om te vergaderen en hun verzetsacties voorte bereiden. Foto 2: Kamiel Collaerts uit Bunsbeek (zittend), Louis Reniers uit Bunsbeek (links), Theofiel ‘Pagge’ Tuteleers uit Bunsbeek (midden) en Louis Denruyter uit Tienen (rechts). Tot de Witte Brigade van Boeslinter behoorden verder ook nog de broers Arthur en Gaston Bruyninckx, Jef Bruyninckx, Jef Harry, Louis Mertens, Louis Reniers en Louis Andries. Zij zaten bijna allemaal verscholen bij Emile ‘Milleke’ Verhaegen op Schaffelberg. Het verhaal van de Witte Brigade in Boeslinter kan verder leven bij de toekomstige generaties dank zij het werk van Georges Tuteleers en André Bruyninckx.
Jozef Denruyter, René Laermans en Georges Lambrechts uit Glabbeek (foto 3) waren tijdens de oorlogsjaren eveneens actief bij het verzet. Zij maakten deel uit van een groepje gewapende weerstanders van de Nationale Koninklijke Beweging en werden door de bezetter gefusilleerd op 19 oktober 1943. Dit drama is des te groter omdat de strafmaat buiten elke proportie stond met de feiten die de verzetslieden ten laste werden gelegd. We moeten hierspreken van regelrechte moord door de Duitse bezetter. De jongste van de drie mannen was nog geen 20, de oudste net 33 jaar oud. Zij waren geen soldaten, maar zij probeerden met hun verzetsdaden vooral de levensomstandigheden van hun medemensen in Glabbeek te verbeteren tijdens de oorlog.
August Vanhellemont, Justin Bollen en August Vandenberg uit Attenrode-Wever werden tijdens de gruwelijke represaillerazzia in buurgemeente Meensel-Kìezegem opgepakt en stierven in een Duits concentratiekamp. Deze drie inwoners overleefden de oorlog niet, enkel omdat ze op de verkeerde dag op de verkeerde plaats waren.
De vier vliegtuigcrashes tijdens WO II in Glabbeek
De crash van een Engelse bommenwerper in Zuurbemde
In de nacht van 5 op 6 augustus 1941 stortte een Engelse bommenwerper van het type Vickers Wellington van het 115de RAF squadron (foto 4) met zes inzittenden neer in het bos aan de Ruiterij in deelgemeente Zuurbemde. De piloten Litchfield en Jones en de sergeanten Boutle, Lawson, Lambert en Walker overleefden de crash, het vliegtuig werd beschoten door piloot luitenant Hans Redlich van de Duitse Luchtwaffe en raakten daarbij gewond. Op vraag van Burgemeester Victor Mertens ging Dokter Eugene Homans (foto 5) naar de plaats van de crash om er de gekwetsten te verzorgen. Zij werden naar het dichtstbijzijnde huis gebracht en dokter Homans bracht uren door bij de gekwetste militairen en verzorgde hun wonden. De drie zwaarst gewonden diende hij morfine toe. Het verzet kreeg de Engelsen niet tijdig weg en ze werden allen gevangen genomen door de Duitsers en na verzorging in Leuven als krijgsgevangenen naar Polen gebracht. Zij kregen allen de oorlogsdecoraties ‘War Medal 1939-1945’ en ‘Air Crew Europe Star’. De Wellington was opgestegen in Marham in Engeland en had als doelen Frankfurt, Manheim en Karlsruhe in Duitsland.
De crash van een Duits vliegtuig in Bunsbeek
Een tweede vliegtuig stortte op 8 juni 1944 neer in de Pepinusfortstraat te Bunsbeek en raakte daarbij een hoogspanningslijn. De Junker JU.88C1 van de Luftwaffe was door een Mosquito van het 23Ste RAF squadron uitdeluchtgeschotenenvielopdet
De crash van een Engelse bommenwerper in Bunsbeek
De Engelse bommenwerper Lancaster NN775 van het 514de RAF Bomber Command Squadron crashte op 5 maart 1945 om 15u in de Pamelenstraat in deelgemeente Bunsbeek. Het toestel kwam neer vlak bij de Velpe op 10 meter van de weg. Ooggetuigen zagen het grote vliegtuig met de neus naar beneden duiken en volledig in de drassige grond aan de Velp verdwijnen. Door grondig onderzoek in 2016 konden we als gemeente niet alleen eindelijk het vliegtuig en de voltallige bemanning bergen, maar kwamen we ook heel wat te weten over de bemanningsleden.
De vliegcrew van de Lancaster NN775 stond onder leiding van de 23-jarige Flying Officer Holman Kerr, een Noord-Ier. De navigator was de 21-jarige joodse Flight Sergeant Sidney Smith. De 20-jarige Sergeant Christopher Hogg uit Birmingham bemande de rugkoepel. De 20-jarige Sergeant William Marsden uit Lancashire was de boordtechnieker en Sergeant Frank Clarke was de bommenrichter. Deze vijf bemanningsleden waren afkomstig van het Verenigd Koninkrijk. De crew bestond verder uit de 18-jarige Australische Flight Sergeant Allan Olsen die in oktober 1942 vertrok vanuit het rekruteringskantoor van zijn geboortestad Toowoomba, in het Australische Queensland met een schip naar Canada. Daar werd hij opgeleid tot radiotelegrafist en boordschutter. En het zevende bemanningslid was de 23-jarige Sergeant Herbert Thomas die afkomstig was uit Jamaica. Hij bemande de schietkoepel in de staart van het 21 meter lange vliegtuig. Het was tijdens hun opleiding in Canada waar deze 7 jonge mannen elkaar leerden kennen. Bij hun aankomst bij het 514de Squadron op de vliegbasis van Waterbeach in Engeland werden de zeven niet meteen operationeel ingezet. Raadpleging van de dagboeken van het smaldeel leert ons dat hun opdrachten pas begonnen met een eerste operatie op 18 februari 1945. Hun zevende en laatste missie begon op de ochtend van de fatale dag 5 maart 1945. Die dag stegen ze op in het Engelse Waterbeach Cambridge met 169 andere bommenwerpers en was hun doel Gelsenkirchen in Duitsland voor een aanval op een benzineraffinaderij. Die dag om 10u35 vertrok de Lancaster NN775 op de startbaan van de militaire luchthaven Waterbeach. De Duitse tegenstander zat op de knieën, de oorlog zou bovendien niet zo heel lang meer duren. Gelsenkirchen zou men na 2,5 uur vliegen bereiken en de terugtocht zou minder dan twee uur duren. Maar op 5 maart 1945 beet de Duitse luchtafweer fors van zich af waardoor twee toestellen beschadigd naar Waterbeach terugkeerden. De bemanningen rapporteerden ook dat ze zagen hoe één bommenwerper neergehaald werd boven het doelgebied en vermoedelijk werd ook de Lancaster NN775 geraakt door vijandelijk vuur waardoor het nadien in Bunsbeek crashte.
Kort na de crash arriveerde een Brits team op de locatie van de crash in Bunsbeek en al snel werd duidelijk dat er niet veel zichtbaar nog overbleef van het vliegtuigwrak dat in de drassige ondergrond was gezakt. Men kon niet alle lichamen bergen en enkele weken later was alle hoop geweken toen een onderzoeksteam in de koude modder ploeterde, zoekende naar de resterende bemanning. Een jaar later op 23 maart 1946 keerde een gespecialiseerd team terug naar de Pamelenstraat en werd er opnieuw een poging ondernomen om alle lichamen te bergen, maar zonder resultaat. Squadron Leader Clowes, die de taak had alle crashplaatsen te bezoeken waar nog vraagtekens waren omtrent het lot van de bemanning, schreef : “Er blijft niks over op de plaats van de crash, enkel een kuil van zes op twee meter, vol water.
De lichamen die na de crash wel gevonden waren werden begraven in de tuin van het militair hospitaal van Heverlee, onder een kruis met de vermelding “Bomber crew (perhaps 5) Killed 5-3-45”. De zeven families moesten vrede nemen met het feit dat hun zoon nooit zou terugkeren. Een grafsteen op de intussen als militaire begraafplaats ingerichte site in Heverlee, zou hun lot definitief bezegelen. In het register zijn de zeven stenen evenwel één collectief graf. Het verhaal van de NN775 was er voor de families van de slachtoffers één met vele vraagtekens. Uit respect voor deze soldaten die mee gestreden hebben voor de vrijheden die wij allen vandaag kennen heeft het gemeentebestuur van Glabbeek op 11 november 2016 het vliegtuig opgegraven en de lichamen van de bemanningsleden die nog in de ondergrond zaten na 71 jaar geborgen om hen een waardig graf te geven op hun laatste rustplaats op het militair kerkhof van Heverlee.
De crash van een Duits vliegtuig in Kapellen
Op 19 april 1944 om 18.50 GMT crashte in Kapellen een Duitse jachtbommenwerper type Messerschmitt BF 110 van de 11.Staffel van het Nachtjagdgeschwader 1 met als uitvalsbasis het vliegveld in Brustem nabij Sint-Truiden. Ooggetuigen hoorden het geratel van machinegeweren en zagen het Duits vliegtuig brandend neerstorten tussen de Tramstraat en Kromstraat in Kapellen. Het toestel van de Duitse Luftwaffe werd neergeschoten door een jachtvliegtuig van het type Spitfire Mark IX sernienummer MK321.
Het Hulpvliegveld “16” tijdens WO II in Glabbeek
Voor het uitbreken van WO II legde de Belgische strijdkrachten tussen 1936 en 1938 het Hulpvliegveld “16” aan in Glabbeek met twee start- en landingsbanen van 700 meter lengte. Dit hulpvliegveld van de luchtmachtbasis van Goetsenhoven werd aangelegd tussen het militair domein van Attenrode-Wever en het huidig gemeentelijk domein (voormalig militair domein). Naast Glabbeek waren er ook hulpvliegvelden ingericht in Jeneffe en Lonzée. Deze waren bedoeld als uitwijkplaats voor het geval het vliegveld van Goetsenhoven onklaar zou geraken ten gevolge van bombardementen door de Duitse vijand. In 1939 werd het vliegveld van Glabbeek in staat van paraatheid gebracht en de commandopost bevond zich op het kasteel van Attenrode. Bij het begin van de oorlog was Goetsenhoven de thuisbasis voor de 3de, 5de en 7de smaldelen van de 2de groep van het 1ste regiment van de Belgische Luchtmacht. Het 3de smaldeel “Hulstblad” onder bevel van kapitein Willemaers kreeg Glabbeek als operatiebasis toegewezen. In de nacht van 9 op 10 mei 1940 werd omstreeks 5u het vliegveld van Goetsenhoven aangevallen door vijandige toestellen. Alle smaldelen waren net voor het bombardement kunnen opstijgen en verplaatsen zich naar de hulpvliegvelden. Het hulpvliegveld had een luchtafweer van slechts een paar zware machinegeweren en één luchtafweerkanon. Op 11 mei ’s avonds krijgt de eenheid de opdracht het vliegveld te ontruimen en naar het vliegveld van Wilrijk-Hemiksem uit te wijken. Het grondpersoneel en de luchtafweer vertrokken onmiddellijk, de twaalf toestellen van het type Fairey Fox II & III.C stegen pas op in de ochtend van 12 mei 1940. Na vele verplaatsingen zullen de manschappen van het 3de smaldeel hun vliegtuigen uiteindelijk bij een Duitse aanval op het vliegveld van Aalter verliezen. Nadien werd het vliegveld tot 1942 gebruikt door de bezetter die er een Duitse-jager eenheid stationeerde.
Begrafenis van de Duitse piloot die Britse bommenwerper neerschoot boven Zuurbemde
De eerste vliegtuigcrash in Glabbeek was die van een Britse bommenwerper Vickers Wellington R1471 (code KO-T) van het 115de RAF squadron. In de nacht van 5 op 6 augustus 1941 rond 1u35 schoot piloot Luitenant Hans Joachim Redlich van de Duitse Luftwaffe de Britse bommenwerper boven Zuurbemde neer. Piloot Luitenant Hans Joachim Redlich van het Nachtjagdgeschwader 1 Staffel 1 van de Luftwaffe opereerde van op het vliegveld van Brustem bij St-Truiden. Tijdens dezelfde nacht van 5 op 6 augustus 1941 schoot hij na de Wellington in Zuurbemde rond 3u14 nog een Engelse Halifax 9516 neer boven Kortenbos bij St-Truiden. Op 12 januari 1942 werd hij zelf neergeschoten in Meeuwen-Gruitrode en kwam hij om bij de crash. Hij werd begraven op het kerkhof van Sint-Truiden-Schurhoven. We kregen de foto’s van de begrafenis van een familielid van Dr. Homans, onze dorpsdokter die de gewonden van de gecrashte Wellington in Zuurbemde de eerste zorgen toediende.
De Wellington die in Zuurbemde crashte was een tweemotorige bommenwerper die tijdens de oorlog vooral als nachtbommenwerper gebruikt werd. De piloot, Flight Lieutenant F.L. Litchfield, en zijn vijf bemanningsleden waren om 22u47 opgestegen in Marham (Norfolk, Engeland) en waren onderweg naar Mannheim bij Karlsruhe onder Frankfurt, om er een bommentapijt uit te gooien. De Wellington raakte tijdens de noodlanding enkele bomen in een bos in Zuurbemde en stortte neer in de achterliggende weide. Alle bemanningsleden overleefden de crash en werden gevangen genomen door de Duitse bezetter. Drie bemanningsleden liepen verwondingen op.
De bevrijding
Op 6 juni 1944 landden de geallieerden in Normandië, maar het duurt nog tot 2 september 1944 vooraleer Mons als eerste stad van België bevrijd werd. In de volgende dagen bevrijden Britse soldaten (samen met de Belgische brigade Piron) en Amerikaanse troepen ook onze regio. De Duitse bezetter werd begin september 1944 verdreven in onze streek en op 7 september 1944 startte de bevrijding van Glabbeek en zijn deelgemeenten. De Amerikaanse en Britse soldaten werden door de inwoners van Glabbeek-Zuurbemde, Bunsbeek, Kapellen en Attenrode-Wever met veel blijdschap ontvangen. De mensen gaven na vier jaar van onderdrukking, angst en ontbering uitbundig uiting aan hun vreugde en overal werden de vlaggen uitgehangen.
1 - De Britse soldaten die vanaf de bevrijding gelegerd waren op de grens van Pamelen (Bunsbeek) en Glabbeek.
2 - Theofiel Pierlet uit Bunsbeek (midden) samen met twee Amerikaanse soldaten
De angst voor de vliegende bommen V1 en V2
Glabbeek werd op 7 september 1944 bevrijd, maar ook na de bevrijding bleef de bevolking angstig, de reden voor deze angst waren de Duitse vergeldingsacties met vliegende bommen tot het einde van WO II in 1945.
Het Brits leger had tegen deze vliegende bommen strategisch afweergeschut opgesteld op verschillende plaatsen in Glabbeek, zoals op de Hoeledensesteenweg in Bunsbeek, op het kruispunt Pamelenstraat/Meenselbeekstraat op de grens van Bunsbeek en Glabbeek en in de Tramstraat in Kapellen. Maar dit afweergeschut kon echter niet vermijden dat er enkele van deze vliegende bommen op woningen in ons dorp terecht kwamen. Eén vliegende bom kwam terecht op een huis in de Zandstraat in Kapellen, waarbij de bewoonster om het leven kwam en twee andere vliegende bommen brachten enorm veel schade toe aan woningen in de Torenstraat in Wever en in de Stationsstraat in Kapellen. Met de witte steen van het huis in Kapellen waar een vliegende bom op viel werd het Kapelleke van de onrust gebouwd op de hoek van de Dorpsstraat/Stationsstraat in Kapellen.
De vliegende bommen V1 en V2 waren de eerste wapens die vanop lange afstand door de vijand konden afgevuurd worden. De V1 (Vergeltungswaffe 1 of Vergeldingswapen 1) was het eerste Duitse zogenaamde V-wapen uit WO II en tevens het eerste onbemande straalvliegtuig ter wereld. Dit was een geleid vliegtuig met een maximumsnelheid van 656 km/uur en had een bereik van 240 km (later werd dit 420 km). De V2 (Vergeltungswaffe 2 of Vergeldingswapen 2), was de eerste onbemande raket. Dit was de opvolger van de V1 en doodde ruim 9.000 burgers en geallieerde militairen. Het V2-offensief duurde van september 1944 tot en met maart 1945. In deze periode werden meer dan 3000 raketten afgevuurd. Een V2 had een bereik tussen 321 en 362 km (later werd dit 450 km).
Meer info rond Glabbeek tijdens WO II
De moord op drie jonge mannen
De vliegtuigcrash in Zuurbemde
Eerste vliegtuigcrash in Bunsbeek
Tweede vliegtuigcrash in Bunsbeek
De witte brigade
Oorlogsgetuigenis
Ballonnen met propaganda
Deportaties tijdens WO II