Op woensdag 18 augustus 202 legde burgemeester Peter Reekmans (Dorpspartij) een bloemenkrans neer aan het herdenkingsmonument voor WO I in de Lindestraat in deelgemeente Bunsbeek. Hij deed het dit jaar samen met zijn dochtertje Marie-Julie Reekmans (7 j) omdat het belangrijk is dat ook de jongere generatie in de toekomst deze geschiedenis van ons dorp blijft kennen en herdenken. Op 18 en 19 augustus 1914 werden op deze locatie dertig soldaten van het Belgische 22ste Linieregiment die sneuvelden tijdens de gevechten op de Schaffelberg in Bunsbeek in een massagraf begraven.
Burgemeester Peter Reekmans: “Begin augustus 1914 werd het Belgische 22ste Linieregiment naar deze regio gestuurd en lagen deze soldaten in Bunsbeek en omstreken. Het 22ste Linieregiment bestond uit 41 officieren en 2.182 soldaten, en richtte meerdere grote en kleine wachtposten, zogenaamde “Grandes Gardes en Petit Posts” op. De wachtpost in Schaffelberg GG3 en de wachtpost GG4 op het kruispunt van de Velp op de steenweg Tienen-Diest waren elk met enkele tientallen soldaten de belangrijkste verdedigingsposten in Bunsbeek. Vooral de locatie in Schaffelberg werd strategisch gekozen, omdat men van daaruit een goed zicht had op de komst van de Duitse troepen vanuit Oplinter. Tegenover hen stonden Duitse soldaten van de 6de Divisie van het 3de Legerkorps, de 35ste Brigade en een deel van het 31ste Infanterieregiment. Ruim 16.000 Duitse manschappen tegenover 2.223 Belgische soldaten. Dinsdag 18 augustus 1914 was een snikhete dag, toen op de middag op Schaffelberg de strijd losbarstte tussen het Belgische leger en het oprukkende Duitse leger. Het waren in Bunsbeek heel hevige gevechten met heel wat slachtoffers, maar de Duitse overmacht van 7 tegen één was te groot en om 15u 30 werd Schaffelberg ingenomen door de Duitsers, nadat er 30 Belgische soldaten sneuvelden en er vele gekwetsten vielen. Die dag sneuvelden in deze streek maar liefst 1.250 soldaten en 23 officieren of de helft van het Belgische 22ste Linieregiment. De 30 Belgische soldaten die in Bunsbeek sneuvelden, werden in een massagraf onder de Grote Linde in de Lindestraat in Bunsbeek begraven. Voor ons kleine dorp was de balans van de eerste oorlogsdagen op 18 en 19 augustus 1914 zeer groot. Naast de gesneuvelde Belgische soldaten werden er in Bunsbeek door de Duitsers ook 5 burgers doodgeschoten, maar liefst 20 huizen in brand gestoken, de kapel in Boeslinter werd afgebrand en ruim 126 woningen werden geplunderd. En vijf ondergedoken Belgische soldaten werden op 19 augustus 1914 in een tuin in Bunsbeek overmeesterd en gedood. Dit ontdekten we uit brieven en verslagen van de toenmalige dorpspastoor Cornelius Segers van de Sint-Quirinusparochie van Bunsbeek. In deelgemeente Kapellen werden er door de Duitsers twee burgers gedood, 4 woningen en een windmolen in brand gestoken. In deelgemeente Attenrode-Wever werden op 19 augustus 1914, na een treffen van een Belgische achterwacht te Attenrode met Duitse Ulanen, 2 Belgische soldaten gedood. Hierna werden door de Duitsers 6 onschuldige burgers gefusilleerd en staken ze uit vergelding 19 huizen in brand. Onder de burgerslachtoffers viel ook schepen Lambert Vanstockstraeten van de gemeente Attenrode-Wever. Uit onder andere verslagen van de burgemeester van Attenrode-Wever baron Karel de Turck de Kersbeek, de dorpspastoor Frère van Wever en Vermeulen van Attenrode ontdekten we wat er die zwarte woensdag 19 augustus 1914 in Attenrode-Wever gebeurd was. Met Glabbeek Herdenkt is het een jaarlijkse traditie geworden om met het gemeentebestuur de slachtoffers van WO I te herdenken met een bloemenhulde. Niet alleen op 11 november, maar ook op de dagen dat er in de geschiedenis van ons dorp tragische gebeurtenissen waren. Dit jaar legde ik samen met mijn dochtertje van 7 jaar een bloemenkrans neer omdat ze op een leeftijd is gekomen dat ze op school over de oorlogen begint te leren. Het is belangrijk onze allerjongste inwonertjes bij deze herdenkingen te blijven betrekken zodat zij in de toekomst ook de geschiedenis van ons dorp blijven onthouden en herdenken.”